Abraham de David Dovale, 1710

Naam
Abraham de David /Dovale/
Voornamen
Abraham de David
Achternaam
Dovale
Geboren rond 1710 30

HuwelijkRibca de Semuel Cohen NassyBekijk dit gezin
13 mei 1733 (leeftijd 23 jaar)
Geboorte van een zoonDavid de Abraham Dovale
1 april 1734 (leeftijd 24 jaar)
Overlijden van een zoonDavid de Abraham Dovale
5 november 1735 (leeftijd 25 jaar)
Geboorte van een zoonSemuel de Abraham Dovale
25 november 1735 (leeftijd 25 jaar)
Geboorte van een dochterSarah Dovale
28 november 1736 (leeftijd 26 jaar)
Overlijden van een zoonSemuel de Abraham Dovale
2 januari 1738 (leeftijd 28 jaar)
Geboorte van een zoonDavid de Abraham Dovale
27 mei 1738 (leeftijd 28 jaar)
Geboorte van een dochterEsther de Abraham Dovale
18 april 1740 (leeftijd 30 jaar)
Overlijden van vaderDavid Dovale

Testament 23 maart 1741 (leeftijd 31 jaar)
Geboorte van een zoonSemuel de Abraham Dovale
2 november 1741 (leeftijd 31 jaar)
Overlijden van een zoonSemuel de Abraham Dovale
10 september 1748 (leeftijd 38 jaar)
Begrafenis van een zoonSemuel de Abraham Dovale
10 september 1748 (leeftijd 38 jaar)
Begraafplaats: Jodensavanne
Notitie: Grafschrift [Portugees]:

Grafschrift [Portugees]:

Grave of the child Samuel, son of Abraham do Valle, who died on 17 Elul 5508 which corresponds to 10 September 1748. years. [Hebreeuws]: May his soul be bound up in the bundle of life.

Huwelijk van een kindDavid de Jahacob Cohen NassySarah DovaleBekijk dit gezin
rond 1760 (leeftijd 50 jaar)
Overlijden van een dochterSarah Dovale
22 december 1806 (leeftijd 96 jaar)
Overleden
Ja

Gezin met ouders
vader
hij zelf
Gezin met Ribca de Semuel Cohen Nassy
hij zelf
echtgenote
Huwelijk
Huwelijk: 13 mei 1733Suriname
11 maanden
zoon
17341735
Geboren: 1 april 1734 24 21Suriname
Overleden: 5 november 1735Suriname
20 maanden
zoon
17351738
Geboren: 25 november 1735 25 23Suriname
Overleden: 2 januari 1738Suriname
12 maanden
dochter
18 maanden
zoon
23 maanden
dochter
19 maanden
zoon
17411748
Geboren: 2 november 1741 31 29Suriname
Overleden: 10 september 1748Suriname
Notitie

Plantage Nieuw Bergen op Zoom - "Mamre Poreah".

1737 - Abraham Dovale (kaart Lavaux 1737) De plantage was 250 akkers groot. Ze had in die tijd nog geen naam ; later werd ze "Mamre Poreah" gedoopt, en tenslotte werd de naam gewijzigd in "Nieuw Bergen op Zoom". De volgorde van de plantages tijdens het afvaren der rivier was in 1737 als onderstaand: 69 - Boa Vista \97 Isaac de Dav: Meza 72 - de scansco \97 W: Cohen Nassi 74 - zonder naam, later Mamre Poreah, daarna Nieuw Bergen op zoom \97 Abraham Dovalle 77 - Roodebank \97 Isaac Carilho 79 - Aboa Pas \97 Ar: de Abraham da Costa

Abraham Dovale, de eigenaar van de plantage, bezat geen andere plantages. Wel had hij een huis op de Jodensavanne. In 1749 waren hij en zijn echtgenote Ribca Cohen Nassy reeds overleden. De plantage werd geerfd door hun twee minderjarige dochters Ester en Sara.

1752 - erven Abraham Dovale (inventarisatie 1752) De naam van de plantage was tot en met 1767 "Mamre Poreah", en werd daarna gewijzigd in "Nieuw Bergen op Zoom". De kaart van Lavaux editie 1770 geeft de naam "Goede Fortuyn". Waarschijnlijk is dit niet correct. Of betekent Mamre Poreah hetzelfde als Goede Fortuyn ? De erven van Abraham Dovale waren diens echtgenote Ribca Cohen Nassy, en hun twee dochters Sarah en Ester.

1765 - David de Jacob Cohen Nassij ; Samuel Cohen Nassy (inventarisatie 1765) De koffieplantage was 250 akkers groot met een slavenbevolking van 67 mensen. David Jacob Cohen Nassy was gehuwd met Sarah Dovale ; Samuel Cohen Nassy met Ester Dovale. Feitelijk waren niet de heren Nassy, maar hun echtgenotes, de eigenaren van de plantage.

1767 - B.C.D. van Rees (ARA NOT inv. no. 229 f. 201) B.C.D. Van Rees had de plantage gekocht en hernaamd tot "Nieuw Bergen op Zoom", maar is daarna al snel uit Suriname vertrokken, zijn effecten onbeheerd achterlatend. Waarschijnlijk rustten er schulden op die hij niet kon betalen. Het beheer van de plantage werd daarna gevoerd door de "desolate boedelkamer". Een naamgenoot \97 vermoedelijk een broer \97 Thomas Wijbrand van Rees, was majoor van de staatse troepen. Hij was samen met zijn echtgenote Sara Jda Berendina Crop eigenaar van de plantage "Rees en Crop" aan de Tapoeripa-kreek. Naast zijn militaire functie was hij weesmeester van de nieuwe wees en onbeheerde boedelkamer, en sedert 21 april 1757 aangesteld door de Geoctroyeerde Societeits van Suriname met het ambt van eerste exploiteur. In 1765 droeg hij dit ambt over aan J.C.D. van Rees, die voordien provisioneel eerste exploiteur was (ARA NOT inv. no. 220 f. 347). Thomas Wijbrand overleed in 1766 en werd op de "fortres Zeelandia" begraven, de begraafplaats voor hogere militairen.