Familie

Abraham Capadose werd op 22 augustus 1795 in Amsterdam geboren. Zowel zijn vader, de wijnhandelaar Isaac Haim Capadose, als zijn moeder, Esther Mendes da Costa, behoorden tot vooraanstaande Portugees-joodse families. Door de burgerlijke gelijkstelling van 1796 was de positie van de joden in Nederland in maatschappelijk opzicht aanmerkelijk verbeterd. De familie Capadose vormt een goed voorbeeld van een ge\EBmancipeerde en uiteindelijk geassimileerde familie.

Over de jeugd van Abraham Capadose is niet veel bekend. Hij was een goede leerling van de Latijnse School. Zijn ouders lieten hem medicijnen studeren. Na twee jaar aan het Amsterdamse Athenaeum te hebben gestudeerd, vertrok hij naar de Universiteit van Leiden. Na vier jaar studie promoveerde hij daar in 1818 tot doctor in de medicijnen. Na zijn studie vestigde hij zich als arts in Amsterdam.

In 1829 trouwde Capadose met Adriana van der Houven. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren. In 1831 vestigde Capadose zich in Scherpenzeel (Gld.). Twee jaar later ging hij naar Den Haag. Daar zou hij - afgezien van een ruim een jaar durende reis naar Zwitserland - z'n hele verdere leven blijven wonen. Tijdens die reis naar Zwitserland, in 1836 en 1837 overleed op 3 april 1837 zijn vrouw. In september 1837 keerde hij terug naar Nederland waar hij in 1839 hertrouwde met Hendrika Jacoba Abrahamsz, die hem zou overleven.