Familie

NUNES, Maria (geb. Lissabon 1575), immigrante en vermeende eerste joodse bekeerlinge in Amsterdam. Dochter van Gaspar Lopes Homem (gest. 1612) en Maior Rodrigues (1554-1624). Maria Nunes trouwde in 1598 in Amsterdam (ondertrouw 28-11-1598) met Manuel Lopes Homem (geb. 1571), koopman. Over kinderen uit dit huwelijk is niets bekend.

Maria Nunes werd geboren in een Portugese familie van tot het katholicisme bekeerde joden. Deze \91conversos\92 hadden voor bekering tot het christendom gekozen toen aan het einde van de vijftiende eeuw alle joden van het Iberische schiereiland werden verbannen. De joodse geschiedschrijver Daniel Levi de Barrios (1635-1701) verhaalt als eerste van Maria\92s komst naar Amsterdam in zijn Triumpho del Govierno Popular (Amsterdam 1663/4). Hij beschrijft hoe de beeldschone Maria in 1593 samen met een aantal familieleden vluchtte voor de inquisitie. Op weg van Portugal naar de Nederlanden werd hun schip gekaapt door de Engelsen en naar Londen gebracht. Een Engelse hertog werd zo getroffen door Maria\92s schoonheid dat hij haar wilde trouwen. Maria wees zijn aanzoek echter af en zelfs koningin Elisabeth kon, die haar in haar rijtuig nam, niet vermurwen. In plaats daarvan koos zij ervoor naar Amsterdam te vertrekken om zich daar tot het jodendom (Judaisme) terug te kunnen keren.

Maria Nunes wordt door Levi de Barrios gepresenteerd als een symbool van joodse standvastigheid: zij ontsnapte uit Portugal, trotseerde de gevaren van een zeereis en weigerde het Engelse huwelijksaanzoek om tot het ware (joodse) geloof terug te kunnen keren. Waarheid en mythe lopen in dit verhaal echter door elkaar. De Portugese Maria is inderdaad naar Amsterdam ge\EBmigreerd en trouwde daar in 1598 met haar neef Manuel Lopes Homem, wat blijkt uit de ondertrouwakte van 28 november van dat jaar. Mogelijk is haar reis inderdaad via Engeland gegaan, want de Nederlandse gezant in Londen rapporteerde in 1597 dat een schip was opgebracht met aan boord vier Portugese kooplieden en een meisje. Van de romantische verwikkelingen in Londen ontbreekt echter ieder spoor en Maria Nunes is zelf nooit lid geweest van de Amsterdamse Sefardische gemeente. Haar man vertrok in 1612 om zich in het katholieke Sevilla te vestigen en zij is hem hoogstwaarschijnlijk gevolgd.

Volgens een briefwisseling van No\EBl de Caron, agent van de Staten van Holland in Engeland, werd zij en vier portugese handelaren op een Hollands schip aangetroffen. \93E\E9n van de genoemde schepen uit Vlissingen. Onder Meester Willem Pieters, werd geheel gestript en de hele vracht naar het warenhuis van de Koningin gebracht. Vier Portugese handelaren werden aangetroffen en een portugese jonge vrouw, die op mannelijke wijze gekleed ging..... Zij waren blijkbaar onderweg naar Amsterdam, waar de portugese jonge vrouw (die van edele afkomst is) verondersteld wordt te trouwen, haar ouders worden vastgehouden door de Inquisitie.\94 Dit vondt plaats in 1597!! In een notariele akte van November 1612, wordt gevonden, dat de man van Maria Nunes, Manuel Lopes Homem, Amsterdam verlaten had en elders verkeerde. Eerst naar Lissabon en later naar Sevilla. Nota bene het land van de afgodendienst!

Maria\92s leven laat vooral zien hoe \91conversos\92 uit eenzelfde familie rond 1600 uiteenlopende religieuze keuzes maakten. Eenmaal in Amsterdam aangekomen, bekeerde haar moeder zich wel tot het jodendom en nam de naam Sara Abendana aan. Zij is op de joodse begraafplaats in Ouderkerk begraven. Maria\92s vader, die Amsterdam uiteindelijk via Brazili\EB wist te bereiken, bleef katholiek en werd in 1612 in de Nieuwe Kerk begraven. Een zus en twee broers van Maria beleden in Amsterdam wel openlijk het jodendom, maar haar jongere broer Antonio bleef daarentegen katholiek en vertrok naar Spanje, waar hij in dienst trad van de graaf-hertog van Olivares, de eerste minister van Filips IV als 'Contador Mayor', hoofd inner belastingen. De romantiserende beschrijving van Levi de Barrios heeft er echter voor gezorgd dat juist het verhaal van Maria, die zich nooit publiekelijk tot het jodendom bekeerde, een belangrijk onderdeel van de ontstaansgeschiedenis van de Sefardische gemeente in Amsterdam is geworden.

Nunes, Maria

\A9 DVN, een project van ING en OGC (UU). Bronvermelding: Gelder Maartje van, Nunes, Maria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/DVN/lemmata/data/Nunes [08/03/2007]

NUNES, Maria (geb. Lissabon 1575), immigrante en vermeende eerste joodse bekeerlinge in Amsterdam. Dochter van Gaspar Lopes Homem (gest. 1612) en Maior Rodrigues (1554-1624). Maria Nunes trouwde in 1598 in Amsterdam (ondertrouw 28-11-1598) met Manuel Lopes Homem (geb. 1571), koopman. Over kinderen uit dit huwelijk is niets bekend.

Maria Nunes werd geboren in een Portugese familie van tot het katholicisme bekeerde joden. Deze \91conversos\92 hadden voor bekering tot het christendom gekozen toen aan het einde van de vijftiende eeuw alle joden van het Iberische schiereiland werden verbannen. De joodse geschiedschrijver Daniel Levi de Barrios (1635-1701) verhaalt als eerste van Maria\92s komst naar Amsterdam in zijn Triumpho del govierno popolar (Amsterdam 1663/4). Hij beschrijft hoe de beeldschone Maria in 1593 samen met een aantal familieleden vluchtte voor de inquisitie. Op weg van Portugal naar de Nederlanden werd hun schip gekaapt door de Engelsen en naar Londen gebracht. Een Engelse hertog werd zo geraakt door Maria\92s schoonheid dat hij haar wilde trouwen. Maria wees zijn aanzoek echter af en zelfs koningin Elisabeth kon haar niet vermurwen. In plaats daarvan koos zij ervoor naar Amsterdam te vertrekken om zich daar tot het jodendom te kunnen bekeren.

Maria Nunes wordt door Levi de Barrios gepresenteerd als een symbool van joodse standvastigheid: zij ontsnapte uit Portugal, trotseerde de gevaren van een zeereis en weigerde het Engelse huwelijksaanzoek om tot het ware (joodse) geloof terug te kunnen keren. Waarheid en mythe lopen in dit verhaal echter door elkaar. De Portugese Maria is inderdaad naar Amsterdam ge\EBmigreerd en trouwde daar in 1598 met haar neef Manuel Lopes Homem, wat blijkt uit de ondertrouwakte van 28 november van dat jaar. Mogelijk is haar reis inderdaad via Engeland gegaan, want de Nederlandse gezant in Londen rapporteerde in 1597 dat een schip was opgebracht met aan boord vier Portugese kooplieden en een meisje. Van de romantische verwikkelingen in Londen ontbreekt echter ieder spoor en Maria Nunes is zelf nooit lid geweest van de Amsterdamse Sefardische gemeente. Haar man vertrok in 1612 om zich in het katholieke Sevilla te vestigen en zij is hem hoogstwaarschijnlijk gevolgd.

Maria\92s leven laat vooral zien hoe \91conversos\92 uit eenzelfde familie rond 1600 uiteenlopende religieuze keuzes maakten. Eenmaal in Amsterdam aangekomen, bekeerde haar moeder zich wel tot het jodendom en nam de naam Sara Abendana aan. Zij is op de joodse begraafplaats in Ouderkerk begraven. Maria\92s vader, die Amsterdam uiteindelijk via Brazili\EB wist te bereiken, bleef katholiek en werd in 1612 in de Nieuwe Kerk begraven. Een zus en twee broers van Maria beleden in Amsterdam wel openlijk het jodendom, maar haar jongere broer Manuel bleef daarentegen katholiek en vertrok naar Spanje, waar hij in dienst trad van de graaf-hertog van Olivares, de eerste minister van Filips IV. De romantiserende beschrijving van Levi de Barrios heeft er echter voor gezorgd dat juist het verhaal van Maria, die zich nooit publiekelijk tot het jodendom bekeerde, een belangrijk onderdeel van de ontstaansgeschiedenis van de Sefardische gemeente in Amsterdam is geworden.